Deel 2; ‘Bestaat God? Is Hij een Entiteit, een Hallucinatie of is Hij het Bewustzijn van het Al?’.

Published by

on

Inleiding

Bestaat God werkelijk als een materie Entiteit ergens in de duistere leegte van het Heelal? Is God mogelijk zelf die duistere Leegte? Is God dan in de kern ‘iets ‘zwarts’, iets ‘duivels’. Heeft God zichzelf als de ‘Verlichte’ uit de duisternis geschapen,gewoon om zichzelf te kunnen zien? 

Of is God slechts een verzonnen Verschijnsel om het onverklaarbare te verklaren of om het gedrag van Homo Sapiens Sapiens binnen de lijntjes te houden? Zou God symbool kunnen staan voor een oneindig Bewustzijn? En waarin wortelt dan dit oneindige Bewustzijn? En wortelt dat Bewustzijn dan ook weer ergens in?

Is dat Bewustzijn gelijk de kosmische energie? Een energie dat een energetische architectuur bezit. Dat een oneindig netwerk van relaties is. Is die energie dan gelijk Godskrachtenergie? Dat zou betekenen dat Godkrachtenergie een tijdloze Oneindigheid is dat zichzelf oneindig incarneert. Waarmee het Bewustzijn is. Is ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ op aarde en wijde omstreken dan een incarnatie van dit Bewustzijn?

Dat zou betekenen dat ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ op aarde en wijde omstreken de manifestatie is van het kosmische Bewustzijn. Een Bewustzijn dat God is.  Dan is ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ op aarde en wijde omstreken de uitdrukkingen van variaties van God. De variatie manifesteert zich in niveau verschillen van dimensies van bewustzijn. Waarmee ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ de manifestaties zijn van Godskrachtenergie en daarmee is ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ een tijdloos oneindig Bewustzijn. En daarmee Goddelijk.

Waarmee reïncarnatie werkelijkheid is. De dood bestaat niet. Leven en dood zijn slechts varianten van  energie en daarmee zijn ze verschillen dimansies van Bewustzijn. Leven en dood bewegen zich doorheen het leven van individuen. Leven, dood en reïncarnatie zijn hetzelfde fenomeen van Bewustzijn die zich slechts verschillen in andere dimensies van Zijn.

Dimensies die individuele Karmalijnen zijn. Elk individu bewandeld zo zijn eigen pad naar Waarachtigheid. Een pad dat, via kruisgangen, de werkelijke betekenis van het individu zal openbaren. Een pad noodzakelijk om een Hemelvaart te maken om gelijk God  ‘Bewustzijn in Oneindigheid’ te zijn. Waarmee elk Hemelvaart individu Licht en Liefde wordt.

Inhoudsopgave

  1. Inleiding
  2. Inhoudsopgave
  3. IS GOD HET LICHT DAT ZICH IN DE LEGE DUISTERNIS BEVINDT?
  4. WIE IS DE WERKELIJKE SCHEPPER?
  5. ZIJN GOD EN DE DUIVEL HETZELFDE VERSCHIJNSEL?
  6. ZIJN GOD EN DE DUIVEL RIVALEN?
  7. IS HOMO SAPIENS SAPIENS ALS DE DOOD VOOR GOD?
  8. HOMO SAPIENS SAPIENS WIL ZIJN ALS GEEN ANDER.
    1. “Als manifestatie van geloven, is de kerkelijke religie het vermoeden waarheid, vreugde en liefde aangeboden te krijgen. Geloven laat ruimte voor twijfel. Wat gevoelig maakt voor manipulatie.”
  9. CREËERT RELIGIE BEWUST TWEESPALT?
    1. “Zij die in stilte met zichzelf zijn, zullen wervelend door het leven dansen.”
  10. CREËERT RELIGIE BEWUST EEN ILLUSIE?
  11. GELOVERS RENNEN EEN ILLUSIE ACHTERNA.   
    1. ” Het vergt onmetelijke kennis om te beseffen hoe onwetend je bent. Het is dit besef dat je bescheidenheid en wijsheid schenkt.”
  12. WAAR STAAT HET GODDELIJKE SYMBOOL VOOR?
  13. HET HART IS EEN INTERFACE VAN HET AARDSE EN HET HEMELSE
  14. IS DE BIJBEL GESCHREVEN DOOR GOD?
    1. “Zij die open staan zullen leren. Zij gaan doen wat hen voorheen nog ontging”
  15. INWIJDING NAAR WAARHEID
    1. “De inwijding naar Waarheid vinding is de openbaring van het innerlijk ‘Zelf’. Een ‘Zelf’ dat het licht van de ziel is. Als manifestatie van inwijding is Waarheid vinding de openbaring van het innerlijk licht”.
    2. ” De hoger ingewijdenen zijn de dragers van licht. Het is zichtbaar in de ‘shine’ van hun uitstraling en voelbaar in de vrede die ze bij zich dragen”
  16. DE WEG VAN INWIJDING
    1. ” Zij die oren hebben, horen. Zij horen voorbij het luisteren. Zij die ogen hebben, zien. Zij zien voorbij het kijken. Zij die die oren en ogen hebben, kunnen voelen zonder aanraking.”

Als dit werkelijkheid is, dan schenkt het ‘Godskrachtenergie Bewustzijn’ aan elk menselijk individu een diep doch diffuus verlangen naar de hoogste dimensies van Bewustzijn te groeien om een authentieke begeerte te kunnen vervullen. Een verlangen dat het ‘Licht te Zijn’ is. Dit is de bestemming van elk mens. Een bestemming die via de kruisgangen van vele levens bereikt wordt als het individu de hoogste graad van Meesterschap bezit. De dood is dan een tijdelijke rust- en assimilatiefase. Zoals slaap dat ook is.

Is het individuele pad naar vervulling van dit diffuse verlangen naar doorbraak naar hogere dimensies van ‘Bewust – Zijn’ niet gelijk het pad naar ‘Waarachtigheid’? Is het bereiken van ‘Waarachtigheid’ niet gelijk aan het vinden van de individuele waarheid? Is dit pad van waarheid vinding niet gelijk een inwijdingsreis. Een reis die het innerlijk mystieke blootlegt?

Is het vinden van jouw waarheid gelijk het beleven van iets innerlijks dat je geruststelt, dat je vertrouwt en dat je vrede schenkt? 

Is het volgen van dit pad dan niet gelijk een innerlijke reis naar binnen toe? Een reis die immer iets van strijd met zich meebrengt. Staat deze innerlijke strijd dan symbool voor de individuele kruisgang? Is het die kruisgang die je dan een Hemelvaart schenkt? Dat wil zeggen een reis naar het Licht en je gevoelens van almacht en oneindigheid schenkt? Heb je dan de ware aard van je Bewustzijn ontdekt? Is dat Bewustzijn dan gelijk ( individuele) Ziel.

Staat het leven van Jezus van Nazareth en zijn kruisgang niet symbool voor dit proces? Een symbool waarvan de boodschap is dat je de kracht en moed moet bezitten om tegen het gezag op te staan. Hetgeen je immer in strijd brengt met het gezag en een kruisgang initieert. Gezag opgevat als zijnde de ‘energie die dicteert en gehoorzaamheid eist’. Gezag wordt niet alleen vorm gegeven door  de dictaten, de protocollen en de richtlijnen van je ouders, je scholing, je baas, religie of van regeringen.

Nee het gezag is vooral jouw EGO, jouw cognitie, jouw calculerend, beredenerend en op controle en handhaven van positie gerichte innerlijk ‘stemmetje’. Opstaan tegen dit gezag, tegen dit stemmetje is de werkelijke strijd. Is de vrucht van die strijd dan waarheid vinding? 

Is het de verinnerlijking van waarheid dat aan elk van zichzelf bewust individu het Licht schenkt? Is de openbaring van dat Licht niet gelijk aan het zien, ervaren en het omarmen van je Ziel? Is je ziel dan niets meer en niets minder dan Waarheid? Is Waarheid dat ziel is, mogelijk gelijk aan God? Zijn kruisgangen dan inwijdingsprocessen die voorwaardelijk zijn om langzaam naar Godsbewustzijn te kunnen transcenderen? Vind je Godsbewustzijn als je de relaties van de kosmische energie, van het mystieke van je ziel en haar seksualiteit begrijpt en verstaat? Verloopt dat kunnen begrijpen en verstaan altijd via kruisgangen? Is dat Waarheid vinding? Is DAT het lot van elk individu op aarde?

En hoe zit het dan met de God van de religie? Welke Waarheid is of schenkt Hij?

IS GOD HET LICHT DAT ZICH IN DE LEGE DUISTERNIS BEVINDT?

De vraag is niet of God bestaat. Of Hij nu wel of niet in materievorm bestaat óf dat Hij een hallucinatie is in de hoofden van Homo Sapiens Sapiens, doet er niet toe. In beide gevallen bestaat God. Dan moet God een creatie zijn. Dat kan een Zelfcreatie of een fantasie van mensen zijn.

God en Zijn krachten is ook een fantasie van de menselijke heidense oergeest geweest. Om het onverklaarbare te kunnen verklaren, innerlijke rust te scheppen en het ongewenste te kunnen afwijzen of te vernietigen. 

God en de duivel kunnen ook een fantasie zijn van bepaalde machten. Machten die volledige controle als objectief hebben. Dan kan God en Zijn verhaal een fantasie zijn die zich, middels restricties en richtlijnen, van die machten tot religie ontwikkelde. In dit geval is God een hallucinatie van bepaalde machten die onderwerping als doel hadden.

In religie zijn God en de duivel hypnotiserende fata morgana’s bedoelt om een community van volgzame discipelen te scheppen. 

Mocht God, uit en in het niets, zichzelf tot leven gewekt hebben, dan is Hij een Zelfcreatie. Hetgeen gelijk is aan opstaan uit de dood. Dat is Goddelijke fenomenaal. Is het dan de DOOD die leven schenkt? En is God dan gelijk de DOOD? Een dood die dan in werkelijkheid het eeuwige leven is? Dat betekent dan dat God een Tijdloos Verschijnsel van Oneindigheid is en daarmee Licht. Een Licht dat zich IN de Leegte van de Duisternis bevindt.

In het door de duivel geprikkeld te zijn geworden geval was er kennelijk een andere ‘onzichtbare  en duistere Aanwezigheid’ die God tartte uit de schaduw te treden.

De vraag is werkelijk wie of wat is God? Wie of wat is dan die scheppende kracht? Is die kracht een energie? Is het Heelal vervult met een energetische kracht met de macht tot schepping? Is die kracht een ‘onzichtbare onbewuste energetische naturelle Aanwezigheid’ in het Heelal. Of is die scheppende kracht de fantasie van het hallucinerende brein van Homo Sapiens Sapiens.  

Is die ‘onzichtbare onbewuste energetische naturelle Aanwezigheid’ mogelijk de inktzwarte kracht van het duivelse? Is het Heelal vervult met het duivelse? Is het zo dat NIET God, maar het kwaadaardig duivelse aan ‘Alles dat ZIjnde is’ bestaan, betekenis en daarmee leven schenkt.  

Het is in ieder geval zo dat het Heelal zeer vijandig is en een niets ontziende meedogenloos vernietigende kracht bezit. Maar het is ook zo dat het juist DIE kracht is die het Heelal haar bestaan, haar betekenis en haar licht en haar ‘leven’ schenkt. Dat betekent dat de vijandigheid en de dreiging tot vernietiging, de dreiging met de dood ruimte schenkt voor bestaan en ook ruimte schenkt voor (weder)geboorte. 

Zat God als het ware in onderwerping ‘gevangen’ in die kwaadaardige duivelse kracht? Of was (is) God in de kern ZELF die duivelse kracht? Dan is God een wolf in schaapskleren. Als ik deze gedachte laat inzinken, is dat helemaal niet zo’n gekke gedachte. Zit het duistere, zit het vermogen een verwoestende agressie op te wekken en het vermogen tot misleiden als kern ook niet in Alles dat Zijnde is’ in de natuur, inclusief Homo Sapiens Sapiens? Is Homo niet geschapen naar het evenbeeld van God. Is Homo niet een schaap in wolfskleren? Net zoals alles dat is?

“ Bestaat Schepping? En wie is de Schepper van de Schepping?”

WIE IS DE WERKELIJKE SCHEPPER?

Hoe God ook ontstaan is, Hij is in het licht gaan staan. Hij heeft de duisternis af moeten werpen.  Als God licht wilde zijn, moest Hij zichzelf uit zijn eigen schaduw worstelen. Om zichzelf vervolgens als de ‘Verlichte’ te presenteren. Waarna Hij tevreden tegen zichzelf zei: “Ik Ben’, omdat ik mijn juk afgeworpen heb. En mezelf als ‘Aanwezigheid’ zelfbewust ben te bestaan.  

Hoe God ook ontstaan is, Hij is een uitlokking. Hij is of een externe uitlokking of een innerlijke uitlokking van eigen verlangens en begeerten. In het eerste geval is Hij niet een pure zelfschepping. In het tweede geval was Hij al geschapen door een externe en dus mogelijk duivelse kracht, maar ontwikkelde Hij verlangens zichzelf te willen ontworstelen en zichzelf beter te willen leren kennen. Dan rijst de vraag was de uitlokker een externe duivelse kracht óf een interne mogelijk Goddelijke kracht? In beide gevallen is God een geschapene als reactie op een uitlokkende prikkel. Een prikkel die Hij al of niet zelf was of in zichzelf vond.

In het innerlijke geval was God eerst de duivel, die zichzelf van zijn inktzwarte ‘Zijn’ verlossen wilde. In het externe geval was God eerst zoiets als een ‘depressief angstige in de schaduw’. Tot het moment dat de tartingen van de duivel Hem zo weerbarstig en opstandig maakte en de moed schonken zichzelf op te richten. 

Is het dan zo dat de werkelijke Schepper het duivelse is? Is die innerlijk of extern aanwezige opponent dan de schepper van God? Dat lijkt logisch, omdat God zonder opponent niet bestaat en geen betekenis heeft. Met andere woorden God is de manifestatie van een uitlokking. Dan is dat wat uitlokte de werkelijke schepper van God. Als dat wat uitlokte de schepper is, dan rijst de vraag wie of wat  is dan weer de schepper van DAT wat uitlokte? M.a.w. Wie is de Schepper van de Schepper?

ZIJN GOD EN DE DUIVEL HETZELFDE VERSCHIJNSEL?

Waarin wortelt dan die uitlokkende ( mogelijk duivelse) kracht? Met andere woorden van wie is die schepper van God weer een geschapene? Is de schepper van de duivel die God dwong zich te openbaren, dan toch weer God of iets Goddelijks? Wat dus betekent dat God de duivel heeft geschapen. Een duivel die God weer tartte zich te transcenderen naar het God Zijn.  

God en de duivel lijken dezelfde fenomenen die elkaar chronisch prikkelen zich te openbaren. God en de duivel, schepping en het geschapene lijken zo cirkel verschijnselen waarvan de wortel en de kruin niet bestaan. Waarmee God en de duivel dus ook niet kunnen bestaan. En toch bestaan ze.  Ze moeten ergens in wortelen om een kruin te ontwikkelen.

Als God een zelf creatie is, dan is God de uitlokker geweest van een narcistische en tartende kwaadaardigheid die Hij de duivel noemde. Een duivel die of een externe of innerlijke aanwezigheid zou kunnen zijn geweest. Een duivel die een in de duisternis verborgen God of Goddelijkheid al tartend tot opstaan en transcendentie dwong? Waarmee God en de duivel wortel en kruin van elkaar zijn en daarmee elkaars wederhelft zijn en elkaar chronisch spiegelen en tot verandering prikkelen. 

De Godwederhelft die aan die narcistische duivelse kracht onderworpen was en de innerlijke godskracht vond zijn ‘onderworpen slachtoffer gedrag’ van zich af te werpen en opstond tegen het ‘narcistische gezag’. Om zichzelf vervolgens God te noemen. Waarmee God gelijk is aan licht, verlichting en vrijheid.

Als incarnatie van God ondergaat Homo Sapiens Sapiens een gelijkend zoekproces en bezit Homo  gelijkende innerlijke tegenstellingen en heeft hij gelijkende verlangens, begeerten en dorstigheden naar vrijheid en verlichting.  

“Wortelt het ontstaan van God in het duivelse? Was God een onmachtig onderworpene van de duivel? Was die onderworpenheid voorwaardelijk voor Zijn rebellerend opstaan, om het Licht te kunnen zijn? Staat dit niet symbool voor processen in het menselijke leven?”

Was God oorspronkelijk een ‘angstig depressieve onmachtige’ die zichzelf in zijn eigen narcistische duisternis verschool? Was Hij te bang om (naar zichzelf) te zoeken omdat Hij angst had voor datgene dat Hij zou vinden? Tot het moment dat Hij zichzelf vermande, opstond en zichzelf in het licht zette. Dat lijkt verdraaid veel op het lot van Homo Sapiens Sapiens. 

Vecht Homo ook niet chronisch tegen zichzelf? Vecht Homo ook niet chronisch tegen innerlijk aanwezige zwartgallige depressieve energie slurpende krachten? Is Homo ook niet chronisch op zoek naar licht, ontlasting en bevrijding? Is Homo dan, gelijk God, van nature ook een ‘angstig depressieve onmachtige’ die zichzelf bevrijden moet van zijn eigen lasten, onderwerping en gevangenschap?  

Is het mogelijk dat God en de duivel symbool staan voor dat wat Homo Sapiens Sapiens is? Is God en de duivel en het verhaal rond hen opgemaakt een metafoor voor het leven en het lot van Homo? Dan maakt het niet uit of Hij een zelfcreatie is of niet. Dan is God een verhaal, een hallucinatie met de kracht tot geloven. Dan is God dat wat hoort te zijn, ook dat wat hoort te zijn: Een geloven.  

Dan is het verhaal van God en de duivel slechts een spiegel voor Homo Sapiens Sapiens. Een spiegeling die Homo innerlijk doorgaans op ontelbare manieren interpreteert. Die spiegelingen hebben een hallucinerend hypnotiserend effect op Homo. 

Welke kracht God is of dat wat God genoemd wordt ook is? God is de Mystieke. God in welke individuele hoedanigheid ook aanwezig, is een hypnotiserende energie die uitlokt tot geloven.  De God van de religie is in mijn ogen een fata morgana. Die God is een gecreëerde luchtspiegeling  die uitlokt tot onderwerping en tot volgen. In alle verschijningen waarin God zich openbaart, gaat het om geloven. Gaat het om

denken het ware gevonden te hebben. Is het ook niet zo dat het individu dat zichzelf als het ware gelooft te zijn, zich niet Goddelijke verheven, verlicht en bevrijdt voelt?

Geloven is niet gelijk weten. Geloven is twijfelen aan de waarheid. Geloven is gelijk vermoeden. Het dat gelooft is het vermoedende individu die probeert te weten. Het blijft echter een poging. Weten is de overtuiging bezitten dat je waarneming de waarheid is. De waarheid is dat wat het individu vertrouwt. De waarheid is de naaktheid en daarmee het licht. 

Om de waarheid of het licht te kunnen zijn, moet er een opponent zijn. Zonder een tegenstelling kan ‘iets’ niet de waarheid of het licht zijn.

De opponent van de waarheid is de leugen. De opponent van de waarheid is de fantasie, is de hallucinatie. De opponent van het licht, is de duisternis. De opponent van leven is de dood. De opponent van God is de duivel. Het zijn polaire krachten die samen het geheel vormen. Waarmee gezegd is dat je pas je eigen Licht kan zijn als je de duisternis achter je  gelaten hebt. God moest de duivel afwijzen, om zichzelf in het Licht te zetten. Jij kan pas Jij zijn als je je donkere zijden gezien , begrepen en aanvaard hebt. Dan weet je wie je bent, omdat je via je kruisgangen van het leven het ware in jezelf ontdekt hebt. 

Wat je individuele overtuiging rond God ook is, God is Waarheid, Licht en Vrijheid. Je Goddelijk voelen schenkt je daarom vreugde, overgave, liefde en een toestand van leven in geluk. Dat kan alleen als in onbegrensd begrip,  onvoorwaardelijke aanvaarding en vertrouwen een eenheid WEET te zijn. Het overstijgt geloof in jezelf. Het is een weten. Dan ben je een hoog ingewijde die zichzelf bezit.

ZIJN GOD EN DE DUIVEL RIVALEN?

God en de duivel bezitten beiden de paradox dat ze zowel de waarheid als de illusie zijn. Ze worden beiden als te vertrouwen vereerd. Ze bezitten beiden de paradox dat ze zowel het licht als de duisternis zijn. Ze zijn zichtbaar en toch ook weer niet. God en de duivel zijn beide onzichtbare openbaringen die elkaar tarten in hun bestaan. 

Ze lokken elkaar uit te ‘Zijn’ zoals ze zèlf zijn. Doe als ik en volg mij, is wat ze aan elkaar vertellen. Waarmee God en de duivel uitlokkingen zijn die uitlokken tot volgen en geloven. Ze zijn beiden een ‘Aanwezigheid’ die impact hebben en niet uit te roeien zijn.  

In de geesten van Homo Sapiens Sapiens zijn ze beiden onbegrensde oneindige onzichtbare openbaringen. God en de duivel zijn fata morgana’s. Of ze nu wel of niet zichzelf uit het niets hebben geschapen. Ze bestaan omdat ze al prikkelend een hypnotiserende invloed uitoefenen op de geest van Homo Sapiens Sapiens. 

Ze zijn beiden ‘hallucinaties’ die visoenen brengen in de geesten van Homo. Waarmee ze beiden een enorme impact bezitten op het ‘Zijn’ en het gedrag van Homo. Het doet er niet toe of God en de duivel werkelijk fysiek in materievorm bestaan. Ze bestaan als energie met een impact factor.

De natuur, d.w.z.  ‘Alles dat Zijnde is’ op aarde ( en het universum) is zèlf de onbegrensde oneindigheid met impact factor. Met andere woorden alles dat leeft en (schijnbaar) niet leeft ( ‘Alles dat Zijnde is’)  is energie van dezelfde bron dat op elkaar invloed heeft.  Waarmee God en de duivel hetzelfde verschijnsel zijn van iets dat impact heeft. Hetgeen gelijk is aan de informatie overdacht van energie.

Is die matrix God en de duivel? Is die matrix van vortexen het licht en de duisternis, de leegte en de vervulling, de machtige en de onmachtige? Zouden God en de duivel ‘verschijnselen’ kunnen zijn van hetzelfde atmosferische elektromagnetische fenomeen?  

Een atmosferisch fenomeen dat uit twee krachten bestaat. Die tegengestelde krachten scheppen een Vortex. Krachten waaruit het hele Multiversum bestaat inclusief ‘alles dat leeft en ( schijnbaar) niet leeft op aarde. Die atmosfeer is een ‘oneindige en onbegrensde energetische Onbewustheid’ die het Multiversum haar ‘Spirit’, haar Ziel schenkt. Een Ziel, een ‘Spirit’, die Goddelijke en duivelse krachten bezit.  

Deze ‘Spirit’ bezit bewustzijn. Hetgeen de uitdrukking is van het gevoelig zijn voor energetische lading verschillen tussen tegengestelde krachten. Bewustzijn is dus het gevolg van een vortex. Het bewustzijn van ‘Alles dat Zijnde is’ is daarvan de manifestatie. ‘Alles dat Zijnde is’ is niet  alleen geschapen naar het evenbeeld, maar IS die ZIEL van het universum. ‘Alles dat Zijnde is’ kan bewust ‘Zijn’ omdat het een (universele /kosmische) ziel bezit. 

Waarmee ik wil zeggen dat God noch de duivel van zichzelf wist dat hij toentertijd bestond. Ze waren samen een Vortex, samen een ziel , samen een alles omvattende onbegrensde atmosferische oneindigheid. Wat ik eerder ‘onzichtbare onbewuste energetische Aanwezigheid’ in een schijnbare Leegte noemde.

Totdat…….. een ‘Ietsheid’ in die Leegte zijn eigen duisternis aan het kruis spijkerde en uit de schaduw trad en zijn Verschijning presenteerde als ‘Ik Ben’. Ik ben God. Waarmee Hij zich als God tegenover zijn eigen duivelse zwartheid plaatste. Het bracht Zelfbewustzijn.  

Een zelfbewuste God die ging beseffen dat hij boete moest doen voor zijn duivelse krachten. Volgens de oude geschriften heeft Hij, via zijn zoon, boete gedaan. Waarmee Hij niet alléén zichzelf bevrijdde van zijn last, maar tevens naar Homo Sapiens Sapiens aangaf dat de weg naar verlichting verloopt via lijden en boetedoening. 

IS HOMO SAPIENS SAPIENS ALS DE DOOD VOOR GOD?

De bron van dat God duivel Verschijnsel dat impact heeft zijn de kwantum energie velden van het Heelal. Dat betekent dat alles dat leeft en (schijnbaar) niet leeft in een onbegrensde oneindige matrix van ondeelbare energie elastisch verbonden is.

Alles dat leeft en (schijnbaar) niet leeft op aarde, zet God en de duivel als machten niet apart en losstaand van en buiten zichzelf. Alles dat leeft en ( schijnbaar) niet leeft op aarde is God en de duivel zelve. ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ is licht en duisternis. ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ is leven en de dood en is haat en liefde.  En is het vrouwelijke en het manlijke tegelijkertijd.

‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ kent, vanwege die tegelijkertijdigheid van tegenstellingen, daarom geen angst. Geen angst voor het andere, geen angst voor het leven en geen angst voor de dood. ‘Alles dat Zijnde is’ bezit eerbied voor leven, kent geen schuldvraag, of oordeel en is niet voor oordelend. Alles dat Zijnde Aanwezig is’ maakt zich niet druk. Zelfs niet om de dood. ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ hoort te zijn, zoals het hoort te zijn. Behalve Homo Sapiens Sapiens. De zelf bewuste die zich bewust is van zijn eindigheid leeft in angst.

Homo is als de dood voor de dood. Het is waarom Homo niet in overgave en vrijheid leeft. Homo leeft een aan angst opgehangen verstikt leven. En is als de dood voor God. Zij die het meest bang zijn, zij die zich het meest kwetsbaar voelen, zijn degenen die zich het makkelijkst verleiden laten de dictaten, de richtlijnen en de protocollen van ( religieuze) gezagsdragers te volgen. Het schenkt hen een schuilplaats in de kudde. 

“ Zijn God en de duivel individuele openbaringen die je toe vallen? Bezit dat wat jou toe valt dan een boodschap? Ontstaat er innerlijke onrust en angst als je de boodschap niet ziet, niet begrijpt of er voor weg loopt? Is ziekte dan het gevolg?”

Homo Sapiens Sapiens beseft niet ( meer) dat hij ook een ontwerp is van die ‘onzichtbare energetische aanwezigheid’ dat de plasmavelden van het Heelal zijn. Homo Sapiens Sapiens beseft niet (meer) dat hij ook ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ is. Homo beseft niet (meer) dat hij het geheel is. Homo beseft niet dat hij niets te ‘willen’ heeft.  Homo denkt een vrije wil en een vrije geest te bezitten. Homo denkt het beter te weten dan de wijsheid van zijn DNA.

Homo is psychisch weerbarstig tegen het ‘Zijn’ als ieder ander. Homo wil zich onderscheiden. Homo wil zijn als geen ander. Althans dat praat hij zichzelf aan. Maar zijn Ziel weet dat hij is als ieder ander. Het creëert een conflict tussen zijn hoofdige verstand en zijn Ziel.

Homo Sapiens Sapiens ziet zichzelf als een op zichzelf staande verheven entiteit tegenover ‘Alles dat zijnde Aanwezig is’. Homo zet zichzelf in afzondering, maar heeft tevens angst voor die afzondering. Homo wil zijn als geen ander, en heeft daardoor tegelijk angst voor de ander en het andere.  

Homo praat zichzelf aan dat hij uniek is, maar is in werkelijkheid een ‘niet te scheiden onderscheidene in het geheel dat ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’, nu eenmaal is. Homo wil geen kuddedier zijn, maar is in werkelijkheid een kuddedier. Homo wil zichzelf staand en fier tonen, maar is in werkelijkheid een piepkuiken. Homo waant zich een adelaar, maar is in werkelijkheid een bange kip.

Homo wil graag veranderen en praat zichzelf aan dat hij in beweging komt en doorbreken wil naar andere dimensies. In werkelijkheid zit hij vastgebonden aan zijn conventies, aan zijn restricties, aan zijn maskers en gedragsprotocollen. En zit hij gevangen in rigide overtuigingen en blijft hij angstig op zijn plaats.   

Homo is niet alleen gevangene van zijn DNA structuren maar ook van de (culturele) atmosferen waarin hij leeft.

Hallucinerend over ongebondenheid, vrijheid en het licht dat hij ooit eens treffen zal. Maar meestal niet vindt. 

Homo leeft, maar niet in overgave, net niet dood. Homo is ‘iets tussen wal en schip’. Gezien de toename van klachten, kwalen en ( auto) immuun ziekten zou je kunnen concluderen dat Homo Moderni leeft in de ‘Twilight Zone’ tussen leven en dood. Homo is noch dag, noch nacht.  Homo Moderni is hard op weg noch man noch vrouw te zijn.

Homo is inmiddels er ‘iets tussen in’.  Homo Sapiens Sapiens Moderni is de angstige voor zowel het leven als de dood. Homo is bang voor eindigheid omdat hij oneindigheid niet bevatten kan.

Als Homo Sapiens Sapiens Moderni zou beseffen dat ook hij behoort tot ‘Alles dat zijnde is’, dan zou Homo Sapiens Sapiens Moderni makkelijker aanvaarden dat hij hoort te zijn zoals het hoort te zijn. Dan zou Homo niet zo competitief en angstig jagen op iets dat hij nog niet heeft. Homo doet dat echter niet. Homo jaagt in hypnose achter hallucinaties en natte dromen aan. 

Homo wil zoveel meer ‘Zijn’ en kent daardoor een enorme hongerigheid naar bezit, rijkdom en hoge latten posities. In chronische ontevredenheid met het heden jaagt Homo in onrustige schichtige haastigheid op betekenis (anxiety). Homo is angstig niet te bezitten. Het ‘willen bezitten’ doet alle aandacht naar buiten richten op ‘iets dat hij nu nog niet heeft’.  Het bezit ligt immer buiten zichzelf. Het betekent dat Homo zijn ( lichamelijk) zelf besef verliest en daarmee zichzelf niet bezit. Het is dit verlies dat hem leeg laat voelen. Het is dit verlies dat Homo een sterke drang geeft ‘iets te willen betekenen’.  

Het voedt een onbewuste angst zichzelf niet te ‘Zijn’. Wat betekent dat Homo meer of minder angstig is zichzelf niet te bezitten. Maar ergens beseft dat hij het bezit is van ‘iets’ anders.  Die angst heeft een gevolg.

Als gevolg van zijn angst zichzelf niet te bezitten kent Homo de angst betekenisloos te ( moeten) leven. Deze angst voedt de wens zichzelf als de ‘machtige’ te zien. Waar hij dat in werkelijkheid niet is. Beseft Homo ergens diep van binnen dat hij in werkelijkheid een ‘prooidier’ is. Is Homo in werkelijkheid een muis, kip of piepkuiken? Beseft Homo ergens diep van binnen dat hij in werkelijkheid een angstige is, als gevolg van diep gewortelde ‘predatie’ angsten?  

Beseft Homo ergens diep van binnen dat hij in werkelijkheid een onderworpene is aan duivelse krachten die groter zijn dan hijzelf? Rent Homo chronisch weg voor zijn innerlijke angsten? Zijn die angsten het lot van Homo? Haalt Homo daarom God er bij? Om hem te beschermen? Om zich achter God te kunnen verschuilen? Om zich achter God veilig te wanen? Is God een redder in nood? 

Zou dit prooidierbesef aan Homo de groei van zijn hersenen hebben geschonken? Is het daarom dat hij werktuigen ging maken? Is het daarom dat hij zich tot de tanden toe ging bewapenen? Is Homo een narcist geworden die zichzelf de machtige waant als reactie op zijn prooidierangsten? ( predatieangsten)  

Is Homo dan niet gelijk God (en de duivel) een ‘manifestatie van een uitlokking?’ Is Homo daarmee niet het evenbeeld van God en de duivel? Zijn het die krachten die in Homo chronisch een innerlijk strijd gaande houdt om de macht over zijn innerlijke Eigenheid? Zijn het die krachten die in Homo chronisch een innerlijk strijd gaande houdt om de macht over zijn wezen? Vindt Homo daardoor zo slecht ( innerlijke) vrede?

HOMO SAPIENS SAPIENS WIL ZIJN ALS GEEN ANDER.

Strijdt Homo daardoor zo tegen zichzelf en de wereld om zichzelf op een voetstuk te kunnen handhaven? Opdat hij daar op de top zichzelf van betekenis achten kan? Is het daarom dat Homo zichzelf aanpraat een vrije wil te bezitten en zo graag ‘iets onderscheidends’ wil zijn?

Is Homo in werkelijkheid de angstig onmachtige die doet alsof hij de angstloze machtige is? Is Homo gelijk de duivel de leugen? Kan Homo daardoor zo goed bedriegen, misleiden en zich achter masker gedrag verschuilen? Of is dat gedrag natuurlijk gedrag van het ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’? En dus niet specifiek voor Homo. Is Homo, gelijk God en de duivel, een ‘hallucinatie’ als manifestatie van innerlijke krachten?’ Is dat wat Homo aan de wereld openbaart een illusie? Is het het ‘illusie Zijn’ dat wat Homo wezenlijk is? Is Homo in werkelijkheid de betekenisloze onderworpene onderdanig aan de wetten van het Heelal?

Is het deze onderworpenheid waarom Homo een ego ontwikkelt heeft? Om, via zijn cognitieve denkkrachten en het formuleren van dictaten en richtlijnen aan zijn ziel, zichzelf los en tegenoverstaand de melodie van het  geheel, het gevoel te schenken een eigen wijs in eigenwijsheid te zingen. Homo wil zo verdomde graag ‘Iemand in onderscheiding Zijn’.

Homo wil zo verdraaide graag in erectie gezien, erkent en gewaardeerd voelen. De strijd van Homo is dat hij wil zijn als GEEN ander en tegelijkertijd weet hij dat hij is als IEDER ANDER. Het schenkt Homo de angst Niets voor te stellen. 

“Strijdt Homo daardoor zo tegen zichzelf en de wereld om zichzelf maar als ‘verhevene’ veilig te kunnen wanen?“

Is Homo dan zo bang voor de ontdekking van zijn angstige werkelijkheid dat hij chronisch zoekt naar uitvluchten, smoezen, leugentjes en zelf-verheerlijkende verklaringen om zichzelf virtueel te kunnen bevrijden van zijn juk? Een juk van angst dat hij maar niet kwijtraakt. Homo lijkt ernstig opgehangen te zijn aan zijn eigen angst en aan zijn eigen illusies een machtige te zijn. Het is waarom hij luchtkastelen bouwt. 

Zijn het de laag bewuste, de laag begrijpende en daardoor ‘slapende’ mensen, die, vanwege hun onbegrip en slecht ziendheid, zich onmachtig en bedreigd voelen? Zijn het die laag bewuste angstig onmachtige individuen die aan hun angstige onmacht opgehangen zijn? Is de meest angstige het individu dat zich het meest machteloos voelt? Is die angstig onmachtige dan het individu dat chronisch zoekt naar vervulling met macht? Is die angstig onmachtige dan het individu dat chronisch zoekt naar de surrogaat vervulling van troostvoeding en de wiegmomentjes die social media, exotische vakanties en dance festivals bieden?  Is die angstig onmachtige dan het individu dat in chronische onrustige schichtigheid met het heden chronisch zoekend is naar innerlijke stilte? Maar die stilte, vanwege zijn angsten, maar niet vinden kan?

Is het daarom dat Homo chronisch bezig gehouden moet worden, chronisch lawaai maakt, onrust om zich heen nodig heeft en chronisch gevoed moet worden met troostmomentjes. Homo Moderni kan niet ( meer) in stilte met zichzelf zijn.  Mede omdat hij zichzelf niet bezit, maar het bezit is van alle ( religieuze) richtlijnen, geld, materieel bezit, hebbedingetjes, troostvoeding en wiegmomentjes.  Leeft Homo dan het leven van een natte droom? Is het vanwege zijn chronische angst voor stilte dat Homo Moderni chronisch oortjes in heeft en chronisch met een virtuele wereld in ( Ai) verbinding wil staan. Is het de innerlijke leegte en zijn angst

zonder betekenis te zijn dat Yoga en meditatie en Mindfulness zo populair zijn? Is dit alles dan het bewijs dat Homo Moderni de angstig onmachtige is en zich geen raad weet met zijn angsten en onmacht gevoelens?  Homo de angstige leeft een opgehangen leven in verstikking.

Is die angstig onmachtige dan mogelijk het duivelse individu? Is dit duivelse individu een duivelse kwaadheid dat niet bij machte is zijn zwarte duisternis van zichzelf af te werpen, zoals God dat deed? Zou Homo dat wèl kunnen, dan ontstaat er automatisch ruimte voor licht, liefde en daarmee goddelijke macht.  

Doet homo dat niet omdat hij bang is voor zijn ( innerlijke) Goddelijkheid? Is hij bang voor die innerlijke godskracht omdat hij dan in verheffing los en in afzondering staat van het andere? Waarmee hij de kudde verlaten heeft? Is hij dan zo bang voor het in afzondering alléén te staan uit angst ‘opgevreten’ te worden of zijn hoofd afgehakt wordt omdat het boven het maaiveld uitsteekt? 

Ach ach Homo wil zo graag zijn als geen ander, maar Homo doet als ieeder ander. Homo springt zelden of nooit alleen het andere in omdat hij ( doorgaans) de landing in het andere niet vertrouwt. Homo verloochent liever zichzelf en leeft liever een leven in onderwerping op de knieën dan rechtopstaand op zijn voeten te sterven. 

Is die angst hem misschien aangepraat geworden?  Wortelt die ‘aanprating’ in zijn eigen innerlijke beelden, in zijn eigen innerlijke atmosferen? En heo is dat dan ontstaan? Is dat zelfbeeld, zijn die innerlijke atmosferen werkelijk een zelfcreatie van hemzelf of zijn ze een verinnerlijkte ‘aanprating’ aangedragen door derden? Derden die in eerste instantie zijn ouders zijn. En later zijn scholingstrajecten en de macht van het geld.

“Als manifestatie van geloven, is de kerkelijke religie het vermoeden waarheid, vreugde en liefde aangeboden te krijgen. Geloven laat ruimte voor twijfel. Wat gevoelig maakt voor manipulatie.”

Ruud Elfers

CREËERT RELIGIE BEWUST TWEESPALT?

‘Is de creatie van die angst misschien het objectief van religie? Religie hier als kerkelijke Godsverering bedoelt. Ik zie het geloof in de macht van status en van geld ook als een religie. Ook economie en financiële belangen kennen sektarische krachten. Gelijk die van de kerkelijke religie.

(Katholiek) Kerkelijke religie benadrukt doorgaans de toorn van God. Huiver, als je niet luistert of Zijn geboden niet in gehoorzaamheid volgt. ( Katholiek) Kerkelijke religie predikt niet de Liefde van God zoals God bedoelt heeft en via Jezus van Nazareth aan de wereld vertelde. Nee, kerkelijke religie predikt Godvrezendheid. Is het willen controleren en het ‘aanpraten’ van angsten de wortel van het ontstaan van de God van de katholiek kerkelijke religie?

Wortelt deze katholiek kerkelijke God dan mogelijk in de rigide levensfilosofie van de laag bewuste, laag ingewijde, onwetende, verstart denkende vrouwenhater Petrus? En zijn de toornen van de katholiek kerkelijke God in het leven geroepen om via angst controle over gedrag van het volk te houden?  Ligt in de Petrus levensfilosofie de wortel van d eminachting van het vrouwelijke? Een minachting die tot op de dag vandaag nog voortleeft. Is het de katholieke kerk die dit in ere houdt? 

Creëert religie die angsten omdat het samenlevingen en Volkeren in splijting en daarmee in gehoorzaamheid manipuleerbaar houdt? Is religie dan het werk van de duivel? Als dat zo is, dan manifesteert religie in de uitdrukking: Volg en geloof het gezag. Waarvan de boodschap is dat zij of hij die niet luistert in het hellevuur terecht komt. “Wie zoet is, krijgt lekkers en wie stout is de roe’ 

Als manifestatie van lage bewustheid, van blindheid en daarmee van onwetendheid prediken de leerstellingen van religie van de kerken onderdanige volgzaamheid en gebruikt zij angst-aanjaging als repressie middel. Deze leerstellingen zullen resoneren met laag bewuste onwetende individuen die

dit gezag van de kerken geloven als zijnde te vertrouwen zuivere waarheid. Dit blinde vertrouwen wordt geloof genoemd.

Religie vernietigt weten en zelfbeschikking. Het ondermijnt zelfstaanheid en stimuleert afhankelijkheid. Religie ondermijnt vooral het mogen zijn van de ‘eigen waarheid’ en het mogen uitdragen van het innerlijke ‘licht’ dat jouw ziel is. Is het daarom dat hele samenlevingen zoeken naar verlichting omdat mensen in ( finaciel gedreven en religieuze) gemeenschappen hun eigen godskracht niet (mogen) bezitten?  

Bezitten die mensen dat niet omdat ze bang zijn dat die innerlijke godskracht hen laat opstaan tegen het duivelse gezag? Gezag dat niet alleen buiten hen ligt , maar ook een innerlijke atmosferische energie van kwade ego frustraties zijn kan. Ontwikkelen mensen hun godskracht niet omdat ze bang zijn gekruisigd te worden? Of bang zijn om zichzelf aan hun eigen kruis te spijkeren? Leeft de angstig onmachtige liever een leven in een kudde op de knieën, dan een leven in vrije afzondering?  

Hoe het ook zij, er zijn tegengestelde krachten die elkaar chronisch tartend prikkelen tot een reactie. Wat een slingerbeweging doet ontstaan. Een slingerbeweging is een cirkelende beweging.  

De kosmische kwantum velden bestaan uit tegengestelde energieën en schept een slingerbeweging. Een slingerbeweging die zichzelf voedt en oneindig is. Ze is ‘onzichtbare onbewuste energetische Aanwezigheid’ die aan God en de duivel, aan man en vrouw, aan goed en kwaad hun bestaan schenken. Die ‘onzichtbare onbewuste energetische Aanwezigheid’ is iets dat bezieling en daarmee leven schenkt aan ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is op aarde en wijde omstreken. 

“Zij die in stilte met zichzelf zijn, zullen wervelend door het leven dansen.”

Ruud Elfers

De tegengestelde kwantum krachten in het HeelAl laat een draaikolk ( wervelwind) de diepte in ontstaan. Ik zag plots de betekenis van de vortex. De Vortex schept een tunnel van stilte de diepte in. Het oog van Vortex is stilte de rest wervelt er omheen. De tunnel gaat de diepte in. De metafoor is dat elk individu pas kan wervelen als het innerlijk stil is. Een innerlijke stilte die wortelt in het zien,  , opstaan tegen omarmen van de eigen angsten en verdrieten. Het zijn deze  individuen die diepgang bezitten omdat ze in de diepte geweest zijn.

Het zijn Godskrachtige individuen, die hun denkend en dicterende innerlijke stem, die dwingt achter illusie aan te rennen, dat we ego noemen, het zwijgen opgelegd hebben. In de stilte achter het zwijgen , ontstaat ruimte voor de energieën van het Al. Zij zijn een Eenheid met en van het Geheel. Deze individuen zijn vrij van bezit, status en machtsgevoelens.  Het zijn vrije individuen.

Als manifestatie van Godskracht is de kosmische ‘onzichtbare onbewuste energetische Aanwezigheid’ van het Heelal, waar ik eerder over sprak, een manifestatie van tegenstellingen dat een Vortex creëert. Een Vortex die zichzelf in onbegrensde oneindigheid energetisch oplaadt, omdat het onbegrensd en oneindig uitgelokt wordt energie weg te geven en weer terug te vangen. Waarmee de ‘onzichtbare onbewuste energetische Aanwezigheid’ tijdloos en oneindig is. Dat is Goddelijke fenomenaal.   

Die Vortex creëert voltage en magnetisme, waarvan atmosfeer de manifestatie is. Een atmosfeer die alléén ontstaan kan als er twee tegengestelde krachten impact op elkaar hebben. DeDie uitlokkende krachten schept atmosfeer. Die uitlokkende krachten schept energetische lading dat een Vortex creëert. 

In psychische zin is atmosfeer op te vatten als de elektrische straling voortgebracht door de energetische ladingen van alles dat aanwezig is. De impact van die straling laat gevoel en emotie ervaren. Het is voelbaar in de vlinders van verliefdheid en in geval van walging in de draaierige overgeefneigingen. 

Atmosfeer doet gedachten en visualisaties ontstaan om via deze fenomenen vorm te geven aan denkrichtingen, overtuigingen en daadkracht. Welke op hun beurt de motieven zijn om in beweging te komen, of in terugtrekking op de plaats te blijven. De atmosfeer kan variëren van iets neutraals tot iets dat (meer) uitgesproken is.  Met aanvaarding, omarming en vrede, òf afkeuring, afwijzing en dreiging als de extremen van de atmosfeer. 

Zouden God en de duivel de creatie zijn van een atmosfeer diep weggezonken in het Heelal. Een atmosfeer dat uit een waaier van atmosferen bestaat en met elkaar de atmosfeer van het Heelal vormen. Binnen die atmosfeer zijn immer tegengestelde elkaar beïnvloedende krachten werkzaam, die samen een matrix van vortexen, een matrix van

elektromagnetische fluctuaties creëert. God en de duivel zijn omgedraaid evenwaardige gelijken van de ‘onzichtbare onbewust energetische Aanwezigheid. Dat gelijk de atmosfeer van het Heel Al is. Een atmosfeer die ernstig dreigend en dodelijk is. Feitelijk kan er Niets Aanwezig zijn.

Die atmosfeer is gelijk het duivelse. Het is juist deze ‘niet mogen bestaan doodsbedreiging’ die het Goddelijke doet ontwaken. Ik zie religie als een manifestatie van een duivelse van ‘niet mezelf mogen ‘Zijn’ atmosfeer’.  En dat duivelse schenkt de illusie aan de religieuzen dat wel te mogen zijn. Mits je de protocollen, richtlijnen en wetgevingen strikt volgt. Dan wacht het licht en de Hemel. Omdat deze belofte een schone schijn belofte is, draait religie om ‘geloof en geloven’ dat de illusie waarheid is. Daarom wordt het geloof genoemd.

Geloof laat ruimte voor twijfel en interpretatie. Het is geen weten. Via enorme community druk’ gefaciliteerd door zogenaamde ‘beletterde wijsgeren’  op een kansel’ ‘dwingt’ religie de religieuzen zichzelf ‘weg te geven’, in dienst te stellen en onderdanig te zijn aan het geloof van de community.

Het is een fenomeen dat ook in een economische ingerichte geld gedreven op bezit en hebberigheid gerichte samenleving speelt. Ook in een geld en macht gedreven samenleving wordt de ‘community’ ideaalbeelden getoond, illusies voorgehouden en gedwongen de protocollen, richtlijnen en wetgevingen strikt volgen. Ook in de ‘gewone wereld’ wordt de schone schijn gewekt dat de machthebbers het beste voor heeft met de samenleving. Het individu dat blind, dan wel slapend is voor dit ‘fenomeen van geloven dat de illusie waarheid is’, zal klakkeloos volgen. De blinde, dan wel slapende is opgehangen aan het geloven. Dat is leteerlijk verstikkend. 

Het vergt open staan, het vergt ontwaken, het vergt moed om kritisch nadenkend te zijn , het vergt moed om op te staan tegen het gezag dat je een illusie voorhoudt. Zij die dit vermogen zijn gaan bezitten, zijn feitelijk een ‘Goddelijk Verschijnsel’. Omdat ze vrij zijn van insnoeringen, beknellingen en schone schijn dictaten. Zij zien voorbij de oppervlakte, zij zien voorbij de illusie, zij horen voorbij het luisteren. Zij zijn niet grijpbaar en manipuleerbaar.  Zij zullen het zijn die kunnen voelen zonder aanraking. Zij zijn een inspiratie voor het geheel.

Hun aanwezigheid bevrijdt iedereen van hun angsten. De machthebbers van het gezag hebben aan deze ‘Goddelijke mensen’ een bloedhekel. Deze hekel is de reden dat er door machtshebbers religie  gecreëerd is. De moderne geld, bezit en macht van positie samenlevingen die we democratische- economie noemen wortelt in de verdeel en heers religie  van de kerken. 

CREËERT RELIGIE BEWUST EEN ILLUSIE?

Door mijn bril gezien is de religie van de kerken en haar dictaten, protocollen en richtlijnen het resultaat van het ( moedwillig) verkeerd opvatten van de teksten van authentieke Geschriften. Geschriften geschreven door hoog bewuste ontwaakte ziende en daarmee wijze mensen met een hoge graad van inwijding in het mystieke. Als manifestatie van verstaan, begrijpen alleen ‘oude zielen’ het mystieke, omdat zij zien.

Zien is kijken voorbij je blindheid. Zien is een openbaring dat je toe valt. Zien is belevend doorgrond hebben. Waarmee zien eigenlijk voelen is. Werkelijk zien schenkt waarheid vinding. Waarheid vinding schenkt zicht op het authentieke. Het zicht op het authentieke schenkt inzicht in de intenties. Inzicht in de intenties schenkt verstaan van het zuivere.

Het zijn de veelvuldig gereïncarneerde oude zielen die de boodschappen van hun kruisgangen geïntegreerd hebben die zien. Het zijn de ‘oude zielen’ die (het mystieke) doorgronden. Het zijn de ‘oude zielen’ die het zuivere verstaan.

Het zijn de ‘oude zielen’ die, op basis van al hun ervaren en integratieprocessen, de hoogst ingewijden ( in het mystieke) zijn. Het zijn ‘Zieners’ en ze bezitten het vermogen ‘te doorgronden’. De hoogst ingewijden  bezitten de hoogste graad van persoonlijk Meesterschap. De hoogst ingewijden zijn de hoogst Bewusten. De hoogst ingewijden bezitten de authenticiteit van het Al. Het is waarom zij de mystiek van het Al verstaan. 

De mystiek van het Al is de paradox dat het Niets het Alles is. Dat Leegte met zichzelf vervult is. Een vervulling die Energie is. Een energie die zichzelf oneindig incarneert. Waarmee die Energie een tijdloosheid is. Waar dood Zijn niet bestaat.

Ik benoem die Energie als de energie van kwantum fluctuaties. Het is alsof die Energie uit het Niets tot leven komt. En dat is Goddelijke fenomenaal. Ik noem die Goddelijke Fenomenaliteit ook een ‘onzichtbare onbewuste energetische Aanwezigheid’ of als ‘Godskracht Bewustzijn’. De kwantum fluctuatie kent een energetische architectuur dat een netwerk van relaties is waar informatie uitwisselingen Bewustzijn faciliteren.

Het is dit Verschijnsel dat het mystieke aan het authentieke van het Al schenkt. Het is dit Verschijnsel dat de ultieme graad van Bewustzijn is. Het is dat wat ik God noem. Waarmee het mystieke Godverschijnsel leven en daarmee tijdloze oneindigheid aan het levende op aarde en wijde omstreken schenkt. Het levende is de belichaming, de incarnatie, van dit mystieke Godverschijnsel. Het mystieke van het Al manifesteert zich in de architectuur van het lichaam. Waarmee het mystieke van het Al in ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ bewustzijn en bezieling schenkt.

Als manifestatie van hun vergaande assimilatie met het mystieke bezitten ‘oude zielen’ de hoogste dimensie van Bewustzijn. Het financiert hun verstaan van het mystieke. Dit verstaan is een weten. Dit verstaan overstijgt kennis. Dit verstaan overstijgt geloof. Geloof is het denken dat je weet. In geloof zit twijfel verpakt.

Gelovers worden chronisch gedwongen zichzelf ervan te overtuigen dat ze ‘weten’. Het is waarom de gelovers binnen de religie door de leerstellingen van de religie chronisch uitgedaagd worden ter kerke te gaan en haar dictaten en voorschtriften te volgen. Geloven is gehoorzaam volgen van een illusie. Geloven is gehoorzaam volgen van van een denkpatroon. Illusies en denkpatronen door derden opgelegd of door het dwingende eigen ego van de gelover geformuleerd.  Een ego dat de persoonlijke ‘factchecker’ en dwingeland is.

Gelovers zijn de niet bewuste of de laag bewuste zielen. Het zijn jonge zielen van jonge karma lijnen met nauwelijks tot geen integratie en assimilatie ervaringen. Ik zie de gelovers als zielen verkerend in hun zuigeling en jonge kind fase. Met een gering besef van het Ik en gering bewustzijn van het lichamelijk Zelf. Gelovers verkeren in hoopvolle verwachting en zijn chronisch uitreikend naar aandacht en liefde. Ze zijn gelijkend de zuigeling en het orale fase kind volledig afhankelijk en nog onmachtig zichzelf te redden, zichzelf te handhaven en zichzelf te helen. Waarmee ze ernstig gevoelig zijn voor manipulatie en het geloven van leerstellingen en vertrouwen van illusies. Ook voor de reclame en propaganda machines van de industrie. 

GELOVERS RENNEN EEN ILLUSIE ACHTERNA.   

Gelovers of dat nu de gelovers binnen religie zijn of dat het de gelovers zijn die de hebbedingetjes, protserigheden en ideaalbeelden van de marketing strategieën achterna rennen, zijn onmachtig te zien, zijn onmachtig te doorgronden, zijn onmachtig te rebelleren ( tegen de marketing en propaganda machinerie), zijn onmachtig het diepere mystieke te verstaan. Het is Jip en Janneke taal dat ze bezigen en het is  Jip en Janneke taal die ze begrijpen.

De taal van de wijze gaat aan hen voorbij. De werkelijke intenties van informatie blijven buiten hun zicht. Vanwege hun gebrekkige woordenschat en hun gebrek aan integratie van kruisgangen zijn ze er letterlijk blind en doof voor. De verschillen in zien, horen en bewustzijn creëert automatisch splijting tussen ‘blinden’ en ‘Zieners, tussen ‘slapers’ en ‘ontwaakten’, tussen ‘gelovers’ en ‘weters’. De gehele opzet van religie, zowel de kerkelijke als die van de economie, hebben de creatie van ‘volgers in communities’ en verdeel en heers als doel.

De leerstellingen van de religie ( ook die van de marketingstrategieën) scheppen immer  dualiteit, afgunst, jaloezie en splijting. Het creëert een splijtende tegenoverstelling tussen wat geaccepteerd en in afgunst afgewezen wordt. Tussen wat mooi en lelijk is, wat hoog gewaardeerd en ondergewaardeerd wordt, tussen het duivelse en het Goddelijke en ook tussen de waarderingen van huidskleuren en het vrouwelijke en het manlijke.

Het is een sterke aanwijzing dat de kerkelijke religie een ‘agenda’ bezit gericht op ‘wie zoet is krijgt lekkers en wie stout is de roe’. Hetgeen betekent dat leerstellingen van de kerkelijke religie niet de ware intenties van het mystieke en het zuivere willen zien en verkondigen. Ze verkondigen de leerstellingen van hun op tweespalt gerichte  ‘agenda’. Ze verkopen hun boodschap via op Uniek Verkoop Punten. Splijting, afgunst, jaloezie en tegenoverstelling is het objectief van religie. Bedoelt om een schare van gelovers te creëren. Waarmee religie ( al of niet bewust) een illusie als waarheid brengt.

Het zuivere is een Eenheid van tegenstellingen. Het zuivere is dat wat van twee één gemaakt heeft. Het zuivere predikt begrip, onvoorwaardelijke aanvaarding (van het andere),

vertrouwen en  verdraagzaamheid. Waarmee het zuivere waarheid, vreugde en liefde brengt.

Het zuivere brengt licht en overgave en schenkt het gevoelens van geluk en vrijheid. Het zuivere schenkt ademruimte. Waarmee het zuivere ziel schenkt. Ziel betekent met adem. Het is waarom ook de stem de echo is van de ziel die in het individu / organisme huist. Het is waarom we een persoonlijkheid bezitten. Het woord wortelt in ‘Per Sona’ dat met het geluid betekent.

Het werkelijk verstaan van het mystieke en het zuivere is het zien van waarheid. Het werkelijk verstaan is begrijpen zonder woorden. Het werkelijk verstaan is een weten zonder te weten. Het werkelijk verstaan schenkt vrede. Het is waarom werkelijk verstaan stilte brengt. Als manifestatie van de ‘oude zielen zijn het de ‘verstaanders’ die in stilte met zichzelf ( kunnen) ‘Zijn’.

Het zijn de jonge onwetende niet of laag bewuste zielen die rumoer maken, omdat ze niet verstaan. Het zijn de jonge onwetende niet bewuste of laag bewuste zielen die ziende blind zijn en horende doof. Het zijn de onwetende niet bewuste of laag bewuste zielen die chronisch rennen, die chronisch consumeren en tot zich nemen zonder te vragen en waar wederkerigheid ontbreekt, omdat ze onvermogend zijn te doorgronden en onmachtig zijn te verstaan.

Het zijn deze onwetende onmachtigen die opgehangen zijn aan de dictaten van hun ego, van hun calculerende en beredenerende verstand. Het zijn deze onwetende onmachtigen die afgesneden zijn van hun bezielde lichaam. Ze zitten in hun hoofd vastgeschroefd en zijn opgehangen aan het volgen van de lusten en wensen gedicteerd door hun ego. Ze zijn gemakkelijk te manipuleren het gezag van de kerkelijk religie en/of de gepredikte religie van de economische belangen te geloven. 

Dit laatste gezag laat zich vertegenwoordigen door macht om positie, door geld, door materieel bezit en door ideaalbeelden rond schoonheid. De onwetende onmachtige is marionet van dat gezag. De onwetende onmachtige is opgehangen aan volgzaamheid. Waarmee de onwetende onmachtige zich laat degraderen tot applaus-vee en ja- knikker. Ze leven een leven op de knieën. Het zal hen langzaam verstikken. Het is de verstikking die aan hen de boodschap brengen moet te ontwaken en op te staan tegen het gezag. Het is de eerste stap van de inwijdingsreis naar binnen toe.

” Het vergt onmetelijke kennis om te beseffen hoe onwetend je bent. Het is dit besef dat je bescheidenheid en wijsheid schenkt.”

Ruud Elfers

WAAR STAAT HET GODDELIJKE SYMBOOL VOOR?

Staat het goddelijke symbool voor het bezit van almacht? Staat het goddelijke symbool licht en liefde? Staat het goddelijke symbool voor voor lijden en boetedoening om zo verlichting te vinden en met licht vervult te geraken? Staat het goddelijke mogelijk ook symbool voor het rechtopstaande? Ik sta fier recht in verheffing ten opzichte van het andere op eigen benen. Staat het goddelijke symbool voor waarheid en het oprechte? Staat het goddelijke symbool voor eerbied en zelfachting? Staat het goddelijke symbool voor de kracht zichzelf te verheffen boven de duivelse krachten die gericht zijn op onderwerping?  

Is het daarom dat Homo van vier benen op twee benen is gaan staan? Om in oprechtheid zich van zijn de onderdanigheid van zijn verre voorouders te ontdoen? Voorouders die Homo gevangen hield in de bomen. Zagen bepaalde voorouderlijke soorten plots het licht? Zoals God toentertijd plots het licht zag?  Een licht dat hen een andere dimensie van ‘Zijn’ liet hallucineren? Een dimensie waarmee Hij zichzelf in verheffing tegenover het ‘andere’ plaatste. Vanwege de spiegelende tegenoverstelling ontstond tegelijkertijd Zelfbewustzijn bij Homo. Een zelfbewustzijn dat zich realiseerde uit tegengestelde krachten te bestaan.  

Waar het voorheen vooral een lichamelijke dimensie van ‘Zijn ‘was , werd het steeds meer een ‘verstandelijk cognitieve’ dimensie van zelf bewustzijn. Een bewustzijn gedragen door de bezieling van het lichamelijke en waarvan gevoel, emotie en genotservaringen zich spiegelden in zijn bewustzijn. Met zelfbewustzijn als manifestatie van de innerlijke gevoel- en genotsspiegelingen.  

Toen dit ingedaald was, besefte ik waarom elk organisme en elk mens-individu uit twee krachten bestaat. Elk organisme en mens-individu is de Ziel, is de ‘Spirit’, is deel van het alles

omvattende onbegrensde atmosferische oneindigheid van het Heelal. Die ziel die universele Spirit wordt gevoed door tegenstellingen met het ontstaan vortex als resultaat. Waarmee elk organisme en elk mens-individu een atmosfeer is als gevolg van de (individuele innerlijke) Vortex. Het leven is een herhaling van herhalingen die een Vortex creëert en daarmee bezieling.  

De zielskracht is opgehangen aan de kracht van de Vortex. Een krachtig Vortex schenkt godskracht. Een krachtig Vortex schenkt het individu het vermogen zijn eigen last aan een kruis te spijkeren. Toen besefte ik mij plotseling dat het hart van elk dier en mens-individu uit twee krachten bestaat. Een horizontale en een verticale kracht. Krachten die het bloed door het vaten stelsel pompt of lijkt te pompen.  

Het hart bezit vier compartimenten gescheiden door horizontale en verticale bindweefselstructuren. Wat een kruis vormt. De celstructuren en de weefsellagen zijn zo geschapen dat de uitzetting en inkrimping van het hart een horizontale en een verticale Vortex in het hart doet ontstaan. Wat ook een kruis vormt.  

Het kruis staat voor spiritualiteit dat via ‘lijden’ een verlichte Spirit schenkt. Een hart dat flink ( mechanisch en spiritueel)  ‘lijden’ kan, schept bevrijding en creëert een ‘verlichte Spirit’.   

Het hart schept in het bloed een ‘onzichtbare onbewuste energetische Aanwezigheid’. Het hart schept ‘Spirit’ in het bloed. Die ‘Spirit’ is de godskracht van het bloed. Die godskracht transporteert ‘de Spirit van leven’ door een lichaam. Die godskracht laat ‘de Ziel van het Multiversum’ door een lichaam stromen. Het hart is meer dan een pomp. Het hart is een interface tussen het aardse en het hemelse. Het hart schenkt bezieling, licht en liefde omdat het hart dat zelf is.

HET HART IS EEN INTERFACE VAN HET AARDSE EN HET HEMELSE

Het hart is meer dan een pomp. Het hart creëert een draaikolk, een vortex, in het bloed. Waarmee het hart het bloed elektromagnetisch laadt. Als manifestatie van het licht dat het brengt schept het hart schept licht en daarmee bezieling. Het licht dat het hart schept is gelijk aan het licht van het Al. Als manifestatie van het kosmische licht is het Al een Spirit. En daarmee Bewustzijn. Het licht dat het bloed draagt is de manifestatie van en gevoelig voor de kosmische Spirit. Waarmee het hart, het bloed, de individuele ziel en de Ziel van het Al dat Heel is dezelfde fenomenen zijn van Energie. En daarmee van Licht. Alles dat Zijnde Aanwezig is’, is een incarnatie van de De Spirit die het Al is. Waarmee het Al en en Alles dat Zijnde Aanwezig is een matrix van Lichtwezens is.  

Het hart is een interface van het aardse en het kosmische. Het aardse dat de materie ( van het lichamelijke) vertegenwoordigt. Het kosmische dat Spirit is en daarmee het licht van Liefde is. Als manifestatie van Spirit is leven licht en is licht leven. Het drukt zich in elk organisme inclusief de mens uit in Bezieling. Hoe hoger de inwijding in de Spirit van het Al, dat wil zeggen hoe meer het individu openstaat voor beinvloeding en vrij is van de dictaten van het ego en haar dogma’s, ridigidteiten en paradigma verklevingen, hoe hoger de bezieling van in Liefde ‘Zijn’. 

In liefde ‘Zijn’ , is de ‘Spirit’ van je hart bezitten. Het is het spiritueel geïnspireerde individu. Het individu die haar of zijn Spirit is , leeft haar of zijn Licht. Als manifestatie van onbegrensd begrip, onvoorwaardelijke aanvaarding en vertrouwen, is dit individu een hoog ingewijde. Waarmee ik bedoel dat het begrijpende ontwaakt heldere mensen zijn die zien voorbij het kijken, horen voorbij het luisteren en voelen voorbij aanraking. Het zijn angstloze individuen die leven in overgave en vrijheid. Het zijn mensen die in zelfbeschikking leven. Het schenkt hen de hoogste 

Het zijn ‘Helers vanwege de rust en het licht dat ze brengen. Het zijn heldere ‘Zieners’ als resultaat van hun hoog invoelend vermogen. Dergelijk hoog ingewijde mensen bezitten het hoogste Bewustzijn. Dergelijke hoog ingewijde mensen bevrijden de anderen van hun angsten, omdat zij zelf vrij zijn van angsten. Het is voelbaar als ze in je buurt zijn, het is voelbaar als ze je aanraken. Het is zichtbaar in het licht dat ze bij zich dragen. Mits je niet verblindt bent.

Dergelijke individuen zien de liefde van hun eigen in het hart van de ander.  Hun ‘Samen-Zijn’ overstijgt het aardse. Het overstijgt het ‘houden van elkaar’.  Die harten hebben elkaar lief, zoals zij zichzelf lief hebben. Die harten zijn blij voor de ander zoals zij voor zichzelf blij zouden zijn. 

Als manifestatie van een lager bewustzijn ( mogelijk letterlijk het gevolg van een minder complex neuronen netwerk)  zijn het de laag ingewijde en onwetende mensen die angstig ( voor het leven ) zijn, omdat ze niet of nauwelijks iets zien en ( in) voelen. De laag ingewijde onwetende mens zijn de rechtlijnige en meer rigide denkers en doeners die geen inzicht hebben in het verbond van verbanden dat het universum nu eenmaal is. Als manifestatie van het meer of minder verblindt en doof zijn, zijn het de laag ingewijde laag bewuste en onwetende mensen die niet in overgave en vrijheid leven, omdat ze niet over zichzelf beschikken.

Het is de laag bewuste onwetende mens die angstig is te gaan zoeken, omdat hij of zij bang is voor dat wat hij of zij zal vinden. Want dat wat zij of hij zal vinden, kan het tegenovergestelde zijn van dat wat ze geloofden. Als resultaat van angst ontstaat een freeze of zelfs een collaps. Het hart is onvermogend een krachtige Vortex te creëren. De ‘Spirit’ van die Vortex is te zwak om zichzelf in het licht te zetten en zal het individu langzaam in vergetelheid laten wegvloeien. Het is het resultaat van een leven in geloof in een kudde op de knieën. Dat leven op de knieën verhinderd het volgen van je eigen hart ( ziel) en maakt van het hart een moordkuil. Het leven in de kudde van religie ( zowel de kerkelijke als de economische religie) schenkt zielepijn als manifestatie van het gebrek aan vortex creatie kracht van het hart.

Het kuddedier applausvee mens is onvermogend Godskracht te ontwikkelen. Het woord van God is het woord dat waarheid, vreugde en liefde brengt. Als manifestatie van ontbrekende Godskracht is het  kuddedier applausvee mens onvermogend waarheid, vreugde en liefde te schenken. Het woord van het kuddedier applausvee mens brengt doorgaans leugen, verdriet, afgunst en haat. 

“Vind je in de Bijbel Waarheid?“

IS DE BIJBEL GESCHREVEN DOOR GOD?

Is de Bijbel geschreven door God? Vertegenwoordigen andere Heilige geschriften ook zijn Woord? Het is in ieder geval zo dat de authentieke teksten van alle Heilige geschriften geschreven zijn door hoog ingewijden. Dat wil zeggen door individuen die kennis hadden van het Mystieke en de boodschap van dat Mystieke bergrepen, omdat zij het Mystieke doorgronden konden. Waarmee je zou kunnen concluderen dat zij de wijsheid en het Bewustzijn van het Mystieke bezaten en daarmee de manifestatie van God waren.

Ook  de Bijbel is herschreven uit zeer oude ‘ancient’ teksten. Het begrijpen en kunnen doorgronden van deze teksten vereiste een bepaalde graad van wijsheid en van inwijding in het Mystieke. Het mystieke is het ongrijpbare waar doorheen het grijpbare schemert. Om die schemeringen te grijpen, moet je het mystieke kunnen doorgronden.

En dat overstijgt het kennis hebben van het begrijpbare. Wat er op neer komt dat het doorgronden van het Mystieke een zien is voorbij het kijken en een aanraking is voorbij het voelen. Het begrijpen van het Mystieke vindt grond in een gevoel het ware gezien en beleefd te hebben. Het ware dat uiteraard naast persoonlijk ervaren, ook context gebonden is. De herschrijvende filosofen hebben er ieder hun eigen  sausje en voorinneming over heen gegoten, waardoor de Bijbel net niet de waarheid van de oorspronkelijke tekst betekenissen weergeeft.

Het maakt dat de Bijbel voldoende grond geeft aan kwaadwillenden om splijting en angst te creëren. Waar de oorspronkelijke teksten Eenheid voorstonden. Het is de katholieke kerk die de wereld deze Bijbel geschonken heeft.

Een kerk die gebouwd is rond de vrouwen hatende ideeën van Petrus en die gegrond is in een patriarchale op hiërarchie gerichte machtsstructuur.

Petrus was één van de volgelingen van Jezus van Nazareth. Zijn naam betekent rots. Hij verwijst naar zijn onwetende rigide ‘niet ziende’ zeer jaloerse persoonlijkheid met ernstig verstarde ideeën. Petrus rigide denken doen en laten had haar wortels in orthodoxe Joodse denkbeelden. Denkbeelden die de man als de vertegenwoordiger van het Goddelijke zag en nog ziet. De vrouw was ( en  is nog steeds)  niet meer dan een voetveeg en een dienstmeid. Als onwetende ‘blind dove’ begreep Petrus niets van de vernieuwende levensfilosofie van Jezus van Nazareth.

Ook in die tijd waren er al krachten die volledige macht wilden bezitten. Deze krachten hadden angst voor de vernieuwende boodschappen van Jezus van Nazareth. Een boodschap die verdraagzaamheid, barmhartigheid en evenwaardigheid van alle mensen voorstond. Ook de evenwaardigheid van man en vrouw.

Voor het orthodoxe Joodse denken een ernstige doorn in het oog. Jezus moest opgeruimd worden. Om de ‘wereld’ een waarschuwende boodschap voor te schotelen werd Jezus aan een kruis gespijkerd en via de leerstellingen van de katholieke religie werd een nieuwe wereld filosofie gepresenteerd. Een filosofie die het manlijke op een voetstuk plaats, het vrouwelijke asl onwaardig wezen ter zijde schuift en zeer rigide ideeën rond de expressie van seksualiteit voorstaat.

“Om haar macht te waarborgen bouwden religieuze machthebbers van de katholieke kerk een politie apparaat en infiltreerde ze marionetten in gezagsstructuren”. 

Petrus was de bij uitstek geschikte om het bestaande rigide orthodoxe denken van een nieuw jasje te voorzien. Het is daarom dat Petrus het boegbeeld werd van de katholieke kerk.  Het is Petrus die in de Bijbelse teksten een vooraanstaande positie toegedicht kreeg. De teksten van de authentieke Geschriften zijn zo her en der aangepast geweest geworden. Om haar macht te waarborgen bouwden religieuze machthebbers van de katholieke kerk een politie apparaat en infiltreerde ze marionetten in gezagsstructuren. 

De oorsprong teksten zijn geschreven door begrijpende en wijze mensen met een filosofische geest die de mystiek van kosmische energieën begrepen en die hun eigen leven en het wezenlijk van wat ze waren aan zichzelf bloot legden. Deze mensen stonden toentertijd ernstig dicht bij de natuur, waren ernstig verbonden met universele krachten, waren ernstig meer verlicht dan de huidige gesloten moderne angstige en in zijn dark matter teruggetrokken mens.

De moderne mens is een afgezonderde die doof, blind en gevoelloos is geworden vanwege zijn angsten en terugtrekking in de ‘dark matter’ van zijn hoofd. De moderne mens is afgesloten van de kosmische mysteriën. De machtshebbers van de religie van de moderne mens maakt van de Bijbel en van andere religieuze boeken eerder een dictaat van een brute sekteleider, dan een boek dat vrede, liefde en verdraagzaamheid voorstaat. De machthebbers van de moderne religie maakt van God eerder een sekte leider, dan een Almacht die liefde en eenheid brengt. De machthebbers van de religie maken van God een dwangmiddel om de religieuzen in angst en splijting te houden. Ondanks dat de machthebbers de religieuzen anders doen laten geloven.

De ‘ancient man’ die de oorspronkelijke Bijbel teksten schreef, begreep het mystieke , begreep de natuur, begreep ook het wezenlijke van zijn natuur, omdat hij natuur was. De ‘ancient man’ was universum. De ‘ancient man’ was gegrond in de natuur en had naturelle worteldiepte en stamdikte. De ‘ancient man’ bezat een natuur die de symmetrische energie was van het kwade en het goede, van het vrouwelijke en het manlijke, van het duivelse en het Goddelijke. Hij heeft ze beschreven.

Deze ‘ancient man’ begreep de krachten van het universum, hij begreep de machten van het Goddelijke. ‘Ancient man’ bouwde er Pyramides mee en zette die op energetisch markante plaatsen op aarde neer. Het was ‘ancient man’ die de paradoxen van zijn natuur als ‘thriller’ in zijn teksten vastlegde. Teksten waaruit de Bijbel voortgekomen is.

De authentiek teksten zijn een individuele innerlijk dialoog van de innerlijke God en de duivel, die feitelijk hetzelfde zijn. Waarmee de ‘ancient’ filosofen hun innerlijke tegenstrijdigheden, hun innerlijke onzekerheden en hun innerlijke conflicten aan zichzelf bloot legden. En van zich afschreven om zo tot zelfbegrip, zelf aanvaarding, verdraagzaamheid en zelfvertrouwen te komen. 

Hun openbaringen werd, via de Bijbel, een bestseller omdat het zo herkenbaar is voor ieder mens. Openbaringen die je pas ziet als je kijkt zonder ogen, als je hoort zonder oren en voelen kan zonder aanraking. Om zo in verlichting te zien, te horen en te doorleven. Het schenkt je waarheid vinding en daarmee bevrijding. Mits je doorheen de saus van de katholieke kerk heen kijkt.

“Zij die open staan zullen leren. Zij gaan doen wat hen voorheen nog ontging”

Ruud Elfers

INWIJDING NAAR WAARHEID

Inwijding is het onthullen van verborgen boodschappen. Als manifestatie van het opbaren van een geheim is het inwijden gelijk aan het vinden van waarheid. Waarheid is het ‘weten zonder te weten’ dat dàt wat je (voelend) waarneemt te vertrouwen is als zijnde het zuivere, het oprechte en het authentieke. Het is het zien van de ware naturelle oorspronkelijkheid van de informatie. Waarheid vinding is het zien voorbij het kijken van je blindheid.  Hetgeen betekent dat Waarheid iets mystieks, iets schimmigs, iets ondoorgrondelijks is. Waarheid verschuilt zich geregeld in de leugen. De waarheid presenteert zich geregeld als een illusie.

Om waarheid en illusie te verstaan moet het individu ingewijd zijn in het mystieke. Het mystieke is het geheimzinnige, het verborgene dat zich bevindt buiten de normale perceptie van het menselijke bewustzijn. Het mystieke is alles dat zich achter de oppervlakte van het gepresenteerde of achter de leugen of de illusie bevindt. Het mystieke is als een luchtspiegeling waarvan de werkelijkheid zich ergens in het schimmige (ook van het innerlijk) ophoudt en zich pas openbaart als de perceptie van het bewustzijn zich vergaand verruimd heeft.  Een verruiming die verloopt via een inwijdingsproces dat altijd aanvangt met openstaan en ontwaken. Het ontwaken is het leren zien van de intenties voorbij de oppervlakkige. Als manifestatie van openstaan  ziet, voelt en hoort de ontwaakte meer.

Het is een Inwijdingsreis het Zelf in. De Zelf ingewijde zal met het Mystieke (gaan) resoneren, omdat zij of hij het Mystieke zelf (geworden) is. Het schenkt haar of hem gedragen wijsheid. Een diep weten zonder te weten, een begrijpen zonder te kunnen grijpen, een luisteren voorbij het horen en een meer zien zonder te kijken. Het is gelijk de geestelijke rijpheid van het ouder worden. Een geestelijke rijpheid wortelend in hogere dimensies van Bewustzijn. Een hoger Bewustzijn dat al met de geboorte mee gegeven kan zijn. De nieuw geboren ‘oude ziel’ is de Karma ziel en daarmee de incarnatie van de groei en doorbraken van zijn geschiedenis.De inwijding verloopt via de kruisgangen van de karmalijn van het individu.

Elke levensgang schenkt meer begrip, toenemende wijsheid en hogere dimensies van bewustzijn. De individuele verschillen in

de graad van begrip, van wijsheid en van bewustzijn bepaald de mate van inwijding in waarheid vinding. Te grote verschillen in begrip, wijsheid en Bewustzijn faciliteert op aardsniveaus onbegrip, afgunst, nijd, intolerantie en elkaar niet verstaan.

Net als waarheid is energie iets mystieks. Energie is ‘Iets’ ondoorgrondelijks, terwijl energie tegelijk grond geeft aan leven en aan het levende haar bezieling schenkt. Omdat je energie niet grijpen, is zij niet te begrijpen. Maar zij bestaat wel, terwijl energie van zichzelf niet weet dat ze bestaat. Energie is een paradox. Net zoals waarheid en God een paradox zijn. De enige manier te veronderstellen dat energie bestaat, is de gewaarwording van haar effecten op het lichaam en de geest die in dat lichaam huist. Dit fenomeen gaat ook op voor waarheid. Waarheid ervaar je pas als je haar gevonden hebt. Voor de ‘vinding’ was zij er niet. 

Ziel, God, Bewustzijn, energie en waarheid zijn een paradoxale verschijnselen van het mystieke. Ziel, God, Bewustzijn, Energie en Waarheid zijn het Mystieke. Het mystieke is ‘iets’ ondoorgrondelijks dat het ware pas vrij geeft in de openbaring. Een openbaring die het individu overvalt. Die het individu doet opveren, omdat plotseling een antwoord op een (onbewust) gestelde vraag het individu toevalt.

Het pad naar individuele waarachtigheid is daarmee een mystieke reis naar binnen. Een reis naar het innerlijk dat Energie, Ziel, Bewustzijn en Waarheid is. Het is een reis waarvan de  doorbraken naar andere hogere dimensie van bewustzijn zich plots openbaren in het vinden van antwoorden, van inzichten en in de toename van gevoelens van zelfbeschikking en verlichting.

Als manifestatie van het mystieke is leven licht en is licht leven. Het mystieke van licht laat zich uitdrukken in het feit dat licht de energie is van elektromagnetische lading. Een lading die zelf ook weer wortelt in een lading. Nog los van het gegeven dat de energie niet (echt) te begrijpen is, is het vooral de tijdloze oneindigheid van de kosmische energetische lading die het mystieke van het Al haar geheimzinnige onverklaarbaarheid schenkt.

“De inwijding naar Waarheid vinding is de openbaring van het innerlijk ‘Zelf’. Een ‘Zelf’ dat het licht van de ziel is. Als manifestatie van inwijding is Waarheid vinding de openbaring van het innerlijk licht”.

Ruud Elfers

In elk levend wezen in de natuur op aarde en wijde omstreken, van schimmel, virus, bacterie, mier, tor, slang, gnoe, leeuw en Homo Sapiens Sapiens is het kosmisch mystieke waarneembaar. “Alles dat Zijnde Aanwezig is geanimeerd, bezielt en draagt een bepaalde mate van licht bij zich. Waarmee ‘Alles dat Zijnde Aanwezig is’ een incarnatie is van het mystieke.

De natuur op aarde leeft haar mystiek. De natuur op aarde leeft in het ritme van het mystieke dat zich via de kosmische energie velden uitdrukt in leven en dood, in dag en nacht, in goed en kwaad, in vrouw en man, in vreugde en verdriet, in overgave en gevangenschap, in God en de duivel. Bomen , planten en alle dieren zijn een Zijnsvorm van deze tegengestelde krachten. Filosofisch kan je zeggen dat de natuur een energetisch geladen bewuste onbewustheid is.

Bewustzijn opgevat als het gevoelig zijn voor informatie. Informatie dat dat de energie van het mystieke is. Waarmee de paradox van de kip en het ei ontstaat. Bewustzijn is gevoeligheid voor informatie en dat is energie afhankelijk. Waarmee bewustzijn energie is en daarmee licht en daarmee leven. Bewustzijn is het Mystieke. Alles dat op aarde natuur is , is het mystieke. Alles dat op aarde natuur is, is Bewustzijn.  Inclusief zonlicht. Ook een virus en planten zijn Bewustzijn.

Alles wat de natuur aan voedsel biedt , is bewustzijn. Voedsel uit de natuur schenkt je bewustzijn en daarmee leven. Kunstmatig geproduceerd voedsel is leeg van bewustzijn. Het is dood voedsel. Eet de dood en je wordt ( vervroegd) de dood. Ga maar eens op een bankie in het winkelcentrum zitten.

Homo Sapiens Sapiens is het enige wezen dat zich, via de prefrontale cortex, van zichzelf bewust is.  Een Zelf dat Homo ervaart in zijn denken en cognitieve krachten. Het ego dat homo ervaart te zijn is denkkracht. En dat is energie afhankelijk. Waarmee de ego denkkrachten in iets Mystieks moet wortelen. Het mystieke van het Zelf wortelt in de energie ziel. Hetgeen een onverklaarbaar fenomeen van iet ondoorgrondelijks is en dus verwant aan het mystieke van het

Al dat Heel is. Waarmee de individuele ziel en de kosmische energievelden hetzelfde Verschijnsel zijn van het mystieke.

Om jezelf te leren begrijpen, om jezelf te leren doorgronden zal je jezelf moeten inwijden in het mystiek. Die inwijding is gelijk de ontrafeling van het mystieke dat als ziel in jou huist. Deze inwijding is het lot van elk menselijke individu. Het lot is de bestemming dat zich buiten het zicht bevindt en zich blootgeeft als het zich plots openbaart. De ziel die het meest open staat, die zich het meest openstelt voor beïnvloeding voor het mystieke zal het mystiek zelf worden. De bestemming van elk menselijk individu is het ‘Zijn’ van de krachten van het mystieke. Krachten die Licht zijn. Op aarde begint die reis met het leren kennen van het eigen lichaam en haar mogelijkheden. Een lichaam dat sterk en adaptief is voelt zich almachtig alles aan te kunnen. Dat lichaam wordt steeds gevoeliger voor informatie uit het mystieke. Het is een reis via kruisgangen en wordt over vele levens uitgespreid. ( karma lijnen) 

Kruisgangen faciliteren een Inwijdingsreis het Zelf in. De ( volledig) Zelf ingewijde zal met het Mystieke resoneren, omdat zij of hij het Mystieke zelf (geworden) is of daar heel dichtbij zit. Het schenkt haar of hem gedragen wijsheid. Een diep weten zonder te weten, een begrijpen zonder te kunnen grijpen, een luisteren voorbij het horen en een meer zien zonder te kijken. Het is gelijk de geestelijke rijpheid van het ouder worden. Het is alsof het Licht van het Goddelijke je plotseling overvalt.

Een geestelijke rijpheid wortelend in hogere dimensies van Bewustzijn. Een hoger Bewustzijn dat al met de geboorte mee gegeven kan zijn. De nieuw geboren ‘oude ziel’ is de Karma ziel van zijn verleden en daarmee de incarnatie van de groei en de doorbraken van vorige levens.

Haar of zijn hogere dimensie van bewustzijn toont zich in dromen, visoenen, plotse herkenningen en het vinden van antwoorden die ogenschijnlijk uit het niets aan komen waaien. 

” De hoger ingewijdenen zijn de dragers van licht. Het is zichtbaar in de ‘shine’ van hun uitstraling en voelbaar in de vrede die ze bij zich dragen”

Ruud Elfers

DE WEG VAN INWIJDING

De weg van inwijding is een weg het zelf in dat uit meerdere fasen bestaat en voor ieder mens min of meer hetzelfde is. De eerste fase is een fase van leren zien, horen en voelen, voorbij het kijken, luisteren en aanraken. Open staan voor beïnvloeding is voorwaardelijk voor de opstart van de inwijding. Zij die open staan gaan dingen zien, voelen en doen, die hen daarvoor nog ontging. Het is een fase van ontwaken. Een ontwaken die het individu leert zien en voelen wat er in het hart (ziel) van de ander gaande is. Ook al houdt dat individu zich groot of maskers voor. Het ontwaken leert het individu ook zien en voelen voorbij de karaktertrekken. Het ontwaken opent de weg van het vinden van het licht en het goede in jezelf en de ander.

De eerste fase is de fase van het leren zien van verborgen patronen. Niet alleen van dat wat het individu uit de wereld aangeboden krijgt, maar ook de patronen van het eigen gedrag dat wortelt in het oude zeer van de eigen karma lijnen. Elke gewaarwording van het ontdekken van het ‘waarheid’ achter de zichtbare werkelijkheid. Het zien van waarheid is een openbaring van een boodschap. Waarmee de eerste fase van inwijding het leren zien van boodschappen is. De fase is, vanwege de verhoging van de gevoeligheid voor informatie, gelijk het verhogen van bewustzijn.

De tweede fase is een fase van stilte en zwijgen. Het is een meditatieve fase. Hetgeen niet wil zeggen dat het individu zittend in eenzaamheid doorbrengt. Zwijgen voor meerdere dagen dwingt het individu een weg naar de eigen binnenwereld in te gaan. Niets (terug) zeggen, dwingt het individu informatie innerlijk te absorberen en in stilte te luisteren naar wat de ziel je vertelt.  Naast niets zeggen is het noodzakelijk ook het denken ‘stil’ te leggen. Als het individu werkelijk in stilte ‘Zijn’ kan zijn en zich niet meer leiden laat door haar of zijn denken, ontstaat er ruimte voor de opname informatie van het Al. ‘AH Erlebnissen’, dromen en visioenen en openbaringen zulle het individu toe vallen. De tweede fase is een fase van het verhogen van zelfbeheersing en leren uitstellen van de expressie van gevoelens en emoties. Het schenkt zicht op de bewegingen en van het innerlijk en een groeiend gevoel van controle over het Zelf.  En daarmee een hogere staat van bewust ‘Zijn’.

De derde fase is de fase van de strijd met het oude zeer. Het is de fase van confrontatie met je schaduw zijden, met je innerlijke tegenstrijdigheden, met je onmachten, met je vooringenomenheid, je oordelen en de illusies die je van en over jezelf creëert. Het zijn de angstkrachten van het niet gezekerde ego die overwonnen moeten worden. Het is een fase van werkelijk leren zien wie je bent, wat je draagt en waar je voor staat en trouw aan blijft. Het is de fase van groeiend inzicht en zelfkennis.

Het is de fase van het (leren) loslaten, van jezelf leren over te geven aan het leven en de wijsheid van het AL. Het is de fase

waarin het je leert te Zijn voorbij controle, voorbij angst, voorbij de zuigende op het Ik gerichte denkkracht van het ego, voorbij materieel bezit en voorbij de behoefte tot betekenis en de hunkering veilig en gewenst te zijn. Het is de fase van transformatie naar het ontwikkelen van moed en jezelf machtig te achten met allen jezelf als bezit.

Deze transformatie schenkt de almacht van zelfbeschikking. De zelf-beschikkende is de angstloze. De zelf-beschikkende angstloze is zelfs niet bang meer zonder enig houvast te zijn. De zelf beschikkende angstloze vertrouwt haar of zijn eigen almacht. De zelf beschikkende angstloze spreekt gedragen woorden. De zelf beschikkende angstloze bezit onbegrensde kennis en weten, waardoor zij of hij gedragen wijsheid bezit. Het vergt deze gedragen wijsheid om te ontdekken hoe onwetend je nog bent. Het is dit inzicht dat stilte, bescheidenheid, overgave, verdraagzaamheid en vrede schenkt. 

De vierde fase is de fase van bewustwording van en de integratie van de ziel van de voorouders. Het is de manifestatie van de toename van bewust Zijn. Waarvan diep voelen en voorvoelen de manifestaties zijn. Het is de fase van de verinnerlijking van de Spirit van de individuele karmalijn. Het wordt wel Aartsengel van het individu genoemd. Het is de fase waarin  het individu zich verbonden voelt met zijn voorouders. Het schenkt het individu een gevoel deel te zijn van ‘iets’ dat groter is dan zij of hij zelf is, omdat het toegang heeft tot de ‘geestelijke wereld’. Het individu voelt en ziet energieën. En voelt zich door die energieën geïnspireerd, opgetild en verlicht. 

De vijfde fase is een fase van uittreding. Het is een fase waarin het individu ‘bijna dood ervaringen’ kan hebben of door uitreding in de slaap of via diepe meditatie in staat zijn de gewaarwording van het lichaam stil te leggen. In al deze ‘uittredingen’ zwijgt het ego en ontstaat er ruimte voor de informatie van het mystieke van het Al. In uittredingserveringen ziet de uitgetredene niet alleen de eigen incarnaties, maar ook wie het Licht van het Al is en hoe de organisatie van het Al in elkaar steekt. Het is een niet te beschrijven gevoel van geluk,  vredigheid en Goddelijkheid dat het individu toevalt. Het individu is zonder angst en voelt zich almachtig.  

De laatste fase is de fase die de Vader genoemd wordt. Het is de afrondende fase die het individu terug laat keren naar haar of zijn oorsprong: Zijnde het Licht van het Al. Waarmee het individu een tijdloos en oneindig Lichtwezen is geworden. En niet meer incarneert op aarde. Het is wat de Bijbel bedoeld met de tekst: “Hij die in Mij gelooft, zal het eeuwige leven bezitten”

” Zij die oren hebben, horen. Zij horen voorbij het luisteren. Zij die ogen hebben, zien. Zij zien voorbij het kijken. Zij die die oren en ogen hebben, kunnen voelen zonder aanraking.”

Ruud Elfers

Ontdek meer van Health Consultancy

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder